Top 10 beste buitenlandse spelers uit de geschiedenis van Ajax | OneFootball

Top 10 beste buitenlandse spelers uit de geschiedenis van Ajax | OneFootball

Icon: Ajax1.nl

Ajax1.nl

·4 de diciembre de 2024

Top 10 beste buitenlandse spelers uit de geschiedenis van Ajax

Imagen del artículo:Top 10 beste buitenlandse spelers uit de geschiedenis van Ajax

Ajax heeft in zijn succesrijke geschiedenis een groot aantal legendarische spelers gehad. Naast de talenten uit de befaamde jeugdopleiding zijn er ook buitenlandse spelers geweest die een grote rol hebben gespeeld in de successen van de Amsterdamse club. Dit zijn de tien beste buitenlandse spelers uit de Ajax-geschiedenis.

Zlatan Ibrahimović

Wie Zlatan in zijn eerste jaar zag stuntelen, zou nooit vermoeden dat hij zou uitgroeien tot een wereldspits. Al snel werd hij als miskoop bestempeld, die vooral opviel door zijn maaiende ellebogen. In het tweede jaar ging Ibra echter volledig los. In het Europacupduel met Lyon scoorde hij tweemaal, waarna het hek van de dam was. Er volgden vele briljante doelpunten, zoals de hakbal bij AZ of de ongekende solo tegen NAC. Na drie jaar was Zlatan de eredivisie volledig ontgroeid en vertrok hij naar Juventus.


OneFootball Videos


Luis Suarez

Suárez speelde drie en een half jaar voor Ajax, maar werd opvallend genoeg nooit kampioen. De club kende zwakke jaren onder Van Basten en Jol, maar Suárez bleef onverstoorbaar scoren. In 2010 kwam hij zelfs tot het duizelingwekkende aantal van 35 goals in 33 wedstrijden. Zijn schwalbes en bijtincident werden hem dan ook vergeven.

Maxwell

Wanneer de Braziliaan op 19-jarige leeftijd naar Amsterdam kwam, won hij meteen de dubbel en werd hij uitgeroepen tot talent van het jaar. Vier jaar lang was Maxwell de onbetwiste linksback, die in 2004 werd verkozen tot beste speler van de eredivisie. Na zijn vertrek beleefde Maxwell een glanzende carrière bij Inter, Barcelona en PSG, en won hij in totaal liefst 33 prijzen.

Cristian Chivu

De Roemeen bleek in Amsterdam een uitstekende verdediger met een geweldige vrije trap. In vier seizoenen kwam hij tot ruim 100 duels en werd hij tweemaal verkozen tot Ajax-speler van het jaar. In 2002 won Chivu met Ajax de titel, beker én Johan Cruijff Schaal. Zelf werd hij verkozen tot beste voetballer van de eredivisie.

Jari Litmanen

De Fin kwam in 1992 naar Amsterdam en ontpopte zich tot de stille dirigent van het team. Met zijn geweldige techniek en overzicht was hij de ideale nummer 10 in het gouden Ajax van Louis van Gaal. Hij won met Ajax de Champions League, hoewel de club qua sportwedden niet de favoriet was. Litmanen veroverde met Ajax ook de wereldbeker, vier landstitels en driemaal de Johan Cruijff Schaal. Zijn populariteit was zó groot dat veel kersverse Nederlandse ouders hun kind naar hem vernoemden.

Frank Arnesen

Frank Arnesen en Søren Lerby waren in 1975 de eerste Denen die naar Ajax kwamen. Arnesen bleef zes jaar, speelde 159 wedstrijden en won drie landstitels. Samen met Tscheu La Ling en Simon Tahamata was hij eind jaren 70 de smaakmaker in De Meer. De middenvelder was een complete voetballer met een goede techniek, inzicht, loopvermogen en een enorme werklust.

Lasse Schöne

Schöne was misschien niet de allerbeste buitenlander van Ajax, maar wel een van de meest waardevolle. Hij groeide door zijn karakter en onverzettelijkheid uit tot clubheld. Met 272 wedstrijden was Schöne de buitenlander met de meeste duels voor Ajax. Mooiste moment: het uitduel tegen Real Madrid in 2019. Schöne scoorde met een schitterende vrije trap, die werd verkozen tot doelpunt van het decennium door de fans van Ajax.

Velibor Vasović

De Joegoslaaf was een echte leider, zowel binnen als buiten het veld. De vergelijking met landgenoot Tadić drong zich snel op. Vasović was dan ook de eerste buitenlandse aanvoerder van Ajax. In 1969 maakte hij de enige Ajax-goal in de Europacup-finale tegen AC Milan (1-4). Twee jaar later won Ajax wel de finale tegen Panathinaikos (2-0) en won het zijn eerste Europacup 1. Captain Vasović werd zo de eerste Ajacied in de clubgeschiedenis die een Europacup in handen kreeg.

Stefan Pettersson

De Zweed kwam in 1988 naar Ajax, dat op dat moment een crisis doormaakte. Stefan Pettersson bleek echter onverstoorbaar, en deed waar hij goed in was: doelpunten maken. In zes jaar tijd maakte hij er precies 100. Naast goalgetter was hij ook een uitstekende kaatser. Vooral Dennis Bergkamp trok daar veel profijt van. Het hoogtepunt beleefde Pettersson in 1992, toen het opgeleefde Ajax de UEFA-cup won. Door zijn bescheidenheid groeide hij uit tot publiekslieveling. Bij zijn afscheid werd hij door voorzitter Van Praag betiteld als ‘de moderne Mister Ajax’.

Dusan Tadić

Tadic groeide na zijn komst in 2018 meteen uit tot leider van de ploeg. De Serviër was een op-en-top prof die eiste dat zijn medespelers alles uit zichzelf haalden. In zijn eerste jaar haalde hij de halve finale van de Champions League. Voor zijn spel in het uitduel bij Real Madrid (1-4) kreeg hij van sportblad L’Équipe een 10, een zeldzaamheid. In vijf jaar tijd won Tadić drie landstitels en groeide hij uit tot een echte Ajax-legende.

Ver detalles de la publicación